Hebt u ook zo’n hekel aan vergaderingen met veel mensen, in keurige rijtjes opgesteld in een saaie zaal, met saaie sprekers die een saaie agenda afwerken? Verspilde tijd! U zit binnen de kortste keren de lampjes in het plafond te tellen of bij te houden hoe vaak de voorzitter het woord ‘eigenlijk’ gebruikt. Van de bijeenkomst zelf krijgt u niets mee. Nou ja: hoofdpijn en een slecht humeur. Maar dat kán anders!
Dat merkten we toen onlangs Femke Mostert (met een t) te gast was bij UniePlaza in Culemborg en we haar bezig zagen als dagvoorzitter. We wisten het meteen: we móéten haar interviewen. Gelukkig zei ze ja.
De zingende voorzitter?
Wat je als eerste aan iemand opvalt, is meestal niet de kern. Dus als je Femke ziet als ‘de zingende dagvoorzitter’, dan mis je 99% van haar. Het is waar: ze zingt menige bijeenkomst naar een passend (vrolijk, aangrijpend, hoopvol) einde. Dat is natuurlijk bijzonder. Maar het is niet de kern van wat haar zo’n goede dagvoorzitter maakt.
Verbinding
Het sleutelwoord is ‘verbinding’. Femke verbindt de mensen. Niet alleen de sprekers en de deelnemers, maar ook de deelnemers onderling. Femke: ‘Als dagvoorzitter heb je een dienende rol. Je moet de mensen een veilige omgeving bieden, zodat ze durven te praten en te vragen. Je moet de sfeer maken. Dat vind ik één van mijn belangrijkste taken. Je mag jezelf niet op de voorgrond zetten, maar je moet wel onderdeel van het gesprek zijn.’
Sfeermanager
Sfeer maken. Hoe doe je dat? ‘Het begint met aandacht, empathie, mensen de ruimte geven. Luisteren. Ik vind het leuk om bij de deur te staan als de mensen binnenkomen. Ik begroet iedereen. Ik vraag aan het begin van de bijeenkomst hoe het met ze gaat. Wat ze die ochtend beleefd hebben. Dan krijg je al meteen een heel andere sfeer. Losser, vriendelijker.’
Aandacht
Wat mensen het liefste krijgen, is aandacht. Femke heeft de kleinkunstacademie gedaan, maar voor het dagvoorzitterschap heeft ze een aparte cursus gevolgd. ‘Acteurs zijn vaak op zichzelf gericht. Dat hoort bij hun vak. Maar als dagvoorzitter moet je je juist op anderen richten. Daar zijn andere talenten voor nodig. Je moet heel goed kijken naar wat mensen doen. Hoe ze zitten, hoe ze bewegen, of hun aandacht verslapt of juist toeneemt. En ik vraag van tevoren hoe de sprekers aangekondigd willen worden. Ik ben er ook voor hen, ik moet hun de beste omgeving bieden.’
En dat zingen dan?
Ja, dat doet ze ook. Niet altijd. Soms denkt de opdrachtgever dat zijn of haar publiek zoiets frivools niet op prijs zal stellen. Maar is het frivool? ‘Als ik met een lied eindig, is dat een terugkoppeling, een soort samenvatting. Ik begin er thuis al aan te schrijven. Eerst een refrein, een half coupletje. Ik heb een voorraadje melodieën waar ik uit kies. Soms komt er eentje bij, of gaat er eentje af. Het is wel de bedoeling dat mensen mee kunnen zingen als ze dat willen.’ De melodie moet bij de sfeer van de liedtekst passen. En het lied moet – dat spreekt voor zich – op zijn beurt weer bij de inhoud en de sfeer van de bijeenkomst passen.
En de tekst? Die schrijft Femke in de verloren momentjes gedurende de dag verder af.
Frivool?
Denk dus niet dat een gezongen einde alleen maar bij frivole onderwerpen past. Het is niet altijd inhaken en meedeinen op de tonen van Het kleine café aan de haven. Ook bijeenkomsten over ernstige en zelfs aangrijpende onderwerpen, zoals kindermishandeling, kunnen afgerond worden met een lied, bijvoorbeeld op de melodie van You’ve got a friend. Dat kan zelfs troostend of helend werken.
Gevoel
Femke: ‘Waar het om gaat is: met welk gevoel komen de mensen binnen en met welk gevoel gaan ze weer naar buiten. Ik doe mijn best om te zorgen dat ze zich openstellen, voor elkaar, voor de toekomst, voor veranderingen. Daar heb ik altijd een heel intensief voorgesprek over. Wat is het doel van de bijeenkomst?’ Krijgt Femke wel eens beperkingen opgelegd? Mag ze altijd over alles praten? ‘Ik krijg eigenlijk altijd voldoende ruimte. Als ik me beperkt zou voelen, zou ik de opdracht niet aan kunnen nemen.’
Happy end
En wat is nou het mooiste wat Femke tijdens haar dagvoorzitterschappen heeft beleefd? ‘Dat iemand naar me toekwam en zei: “Ik heb nog het meeste van jou geleerd. Hoe je je kunt openstellen.” Daar werd ik heel erg blij van.’
Het kleine café
En nu zijn we zelf aan de samenvatting en de afsluiting toe. Eigenlijk is dat niet eens zo moeilijk. We doen het niet in een lied, maar in een omschrijving van wat Femke wérkelijk doet (al dan niet zingend): inhaken. En meedeinen. Het is een gave.